Midden in de zomer waren mijn Bex*collega Marieke en ik in Stavanger, de oliestad van Noorwegen. Dankzij het contact dat we in Wenen hadden gelegd met Marleen Laschet, directeur communicatie, waren we uitgenodigd door VNG Norge om een workshop storytelling te komen verzorgen. De afspraken waren al in mei gemaakt, half augustus zouden we komen.
Op maandag 25 juli, drie dagen na de aanslagen, belde Marleen me op. Of we nog wel durfden komen. Ik lachte, maar zij meende het. Noorwegen was geschokt, de weg kwijt. Wilde iemand uit het buitenland nog wel naar een land komen waar zulke dingen gebeurde? Ik stelde haar gerust en zei dat de plannen wat ons betreft onveranderd bleven.
Drie weken later waren we in Stavanger, na een dubbele vliegreis met SAS. De hele dag en avond vlogen de helikopters van en naar de boorplatforms op zee. Marleen had voor ons een persoonlijke rondleiding door het plaatselijke Oliemuseum geregeld. Tijdens de tour, die bijna twee uur duurde, leerden we het geheim van Noorwegen kennen: het rijkste land van Europa, met een olie- en gasvoorraad die op heel slimme wijze wordt geëxploiteerd, door de Noren zelf. Anders dan bij ons, gaan zij spaarzaam om met de door hun verdiende rijkdommen. De trots was er niet minder om: we kregen het verhaal te horen van een flatgebouw van 64 verdiepingen waar je bovenop met een heel lang rietje probeert de cola uit een flesje te zuigen dat helemaal beneden staat. Op een diepte van 800 meter diep boren zij naar olie, en ze vinden het. Indrukwekkend, maar het mooiste moest nog komen.
’s Avonds maakten we kennis met het MT. VNG Norge is de Noorse tak van een van oorsprong Oost-Duits gasbedrijf, dat na de eenwording als en speer verzelfstandigd verder ging. Hun strategie was gebaseerd op het simpele gegeven dat ze zo snel mogelijk af moesten van hun totale afhankelijkheid van het Russische gas. En dus zochten zij een partner in het Westen. Nederland zei nee, maar Noorwegen niet. En dus vestigden ze daar halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw hun bedrijf. Vanaf 2006 boort VNG Norge zelf naar olie en gas.
Toen de Duitse directeur van het moederbedrijf werd voorgesteld aan de Noorse minister van Olie en Gas, kreeg hij van de minister de vraag: ‘kunt u mij uw bedrijfsstrategie vertellen?’ De Duitser schraapte zijn keel en zette een oud Noors piratenlied in: “Wij zijn de Rovers, de Rovers uit het Noorden. Wij roven in het Oosten, wij roven in het Westen.” De directeur had zijn eerste Noorse woorden geleerd uit kinderliedjes. De minister deinsde achteruit, hij werd eerst rood, liep toen wat paars aan en begon toen hard te lachen. Het ijs was gebroken, VNG had voorgoed een warm plekje in zijn hart veroverd. Vele jaren later is dit lied bestempeld als het VNG Strategielied. Het is het openingslied in het dikke VNG Norge Sangbok.
De volgende dag was de workshop gevuld met verhalen over het zoeken naar olie en gas. Maar tussendoor waren er ook de verschrikkelijke verhalen van het drama van 22 juli. Iedereen kent wel iemand, die erbij betrokken was. Of, zoals een nationaal gedicht zegt: ‘We zijn in dit land maar met weinigen. Iedere gevallene is een broer of vriend.‘ Aan het eind van de workshop kregen we het Sangbok mee. De corporate story een verbindend lied, de corporate story als nationaal gedicht. Zo kan het ook.
Begin november reisden Marieke en ik opnieuw af naar VNG Norge om daar workshops storytelling te geven. Deze keer verbleven we in Oslo. In maart 2012 gaan we voor een derde keer.