Sommige wow-momenten komen in etappes. Neem Merijn Everaarts. In de zomer van 2009 genoot hij op het strand van een prachtige zonsondergang. Tegelijkertijd irriteerde hij zich aan het plastic tapijt dat was achtergelaten op het inmiddels verlaten strand. Een paar weken later keek hij thuis naar een documentaire op tv over de plastic soep in de oceaan. Het plastic tapijt dat hij een paar weken eerder op het strand had zien liggen, dreef nu in de oceaan. Het meest aangrijpende was dat het probleem van niemand was, terwijl een deel van die plastic soep afkomstig was van wat wij op dat Nederlandse strand achterlaten. Toen realiseerde hij zich dat het binnen handbereik lag er iets aan te doen.

Merijn was gewend altijd flesjes Evian te kopen. Zes plastic flesjes in een plastic verpakking. Iedereen zei altijd tegen hem dat ze zelf die flesjes opnieuw vulden met kraanwater. Toch lagen ze overal; op het strand, langs het IJ, in de bosjes. Als organisator van grote dancefeesten en bouwer van grote internationale stands was hij er stilletjes aan gewend geraakt de dag na het event over een tapijt van plastic te lopen. En bij de evenementen voor grote bedrijven was er vooraf altijd de wens om 80% van de materialen te recyclen, maar vaak kwam het achteraf toch neer op meer dan 80% weggooien. Hele beursvloeren tapijt en tonnen vol onaangeraakt voedsel werden na afloop weggesmeten en afgevoerd. Steeds vaker werd hij geconfronteerd met het gegeven dat hij werkzaam was in een vervuilende industrie.

En onbewust knaagde er nog iets heel anders aan hem. Merijn’s moeder hield vroeger veel van wandelen, en dus was hij vaak in de natuur, of hij nu wilde of niet. Daar iets achterlaten was er niet bij. Vuil van anderen oprapen deden ze niet, maar zelf iets achterlaten al helemaal niet. Ook dat had al die tijd in de achterkant van zijn hersenpan zitten wroeten. De documentaire gaf hem het laatste zetje. Zijn eerste wow-moment was een echt aha-moment. Het kwartje viel, hij nam een fundamenteel besluit. Er moest een alternatief komen voor dat zogenaamd hervulbare flesje, waarvan iedereen zei dat ze dat deden terwijl bijna niemand het deed.

Zo begon het avontuur van Dopper. Tijdens een wekelijkse brainstorm-lunch bij The Harlem Legacy bracht hij zijn idee in: laten we iets verzinnen als alternatief voor de petfles. Iedereen wilde meteen meedoen. Eerst waren ze vooral op zoek naar een vervanger van de petfles, en dat kon ook gewoon een set glazen zijn: één voor thuis, en één voor op het werk. Maar al snel ontdekten ze dat het drinken uit een flesje met rituelen was omkleed, die omarmd moesten worden. Gebruikers spelen met hun flesje, ze draaien voortdurend aan de dop. Dop erop, Dop eraf. Zo ontstond de naam. En werd het langzaam maar zeker duidelijk dat het echt een fles moest worden. Een designfles, die je wilt koesteren en waarmee je anderen kunt inspireren. Met ribbeltjes, zoals ook de petfles heeft, want glad is eng. Met een schenktuit van precies 2,5 centimeter, net als de petfles, omdat het water dan het lekkerst je mond in spoelt. Exact even hoog en even dik als een petfles, want pas dan kun je er echt de strijd mee aangaan. Er werd een ontwerpwedstrijd uitgeschreven, waar drie mooie ontwerpen uitkwamen. Een daarvan vormde de basis voor de huidige Dopper. Onder de missie ‘de petfles de wereld uit’ kon het avontuur beginnen.

De why van jouw idee wordt zichtbaar, als je in staat bent voorbij het eigen streven te kijken en te vertellen over de momenten dat de gangmakers en de begunstigden zich in jouw idee openbaarden. Zij zijn degene die het waarom van jouw idee – en daarmee de uiteindelijke impact ervan – letterlijk tot leven kunnen wekken.