Vorige week herdachten we de Watersnoodramp uit 1953. Tijdens de herdenkingsplechtigheid bij het Watersnoodmuseum in het Zeeuwse Ouwerkerk was Jack van der Hoek, burgemeester van de gemeente Schouwen-Duiveland, de eerste spreker. Hij vertelde over de toen 20-jarige Jos de Boet uit Oude-Tonge, die 42 familieleden verloor bij de ramp. “Hoe ga je dan door? Je gaat van overleven, naar een manier vinden om door te leven.” Zijn uiteindelijke boodschap was: “Getallen zeggen iets, de verhalen zeggen alles.”

Cijfers duiden, verhalen spreken

En zo is het maar net. De ramp kostte aan 1.836 mensen het leven, er werden 72.000 mensen geëvacueerd. In totaal verdronken 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee. Het natuurgeweld verwoestte 4.300 huizen en gebouwen en beschadigde er nog eens 43.000. Alles bij elkaar overstroomde een gebied van ruim 150.000 hectare. In de nacht van 1 februari waaide er een wind met windkracht 11 tot 12, die het water opstuwde tot 4 meter 55 boven NAP. Op meer dan 150 plaatsen braken de dijken door (Bron Rijkswaterstaat).

Maar al deze huiveringwekkende cijfers halen het niet bij de vele grote en kleine verhalen die deze week in de media werden verteld. Ze lieten ons na zeventig jaar de verschrikkingen van die ramp in alle hevigheid opnieuw beleven. Veel van de overlevenden praatten jarenlang niet of nauwelijks over het verlies. Ze verwerkten hun ellende door de handen uit de mouwen te steken en te helpen met de wederopbouw. Maar de laatste jaren wordt er steeds meer over gepraat. Op de website van het Watersnoodmuseum, maar ook door de vragen van kleinkinderen. Zo proberen mensen, vaak met horten en stoten de ramp een plek te geven in hun familiegeschiedenis en in hun eigen leven. Met in het achterhoofd – bewust of onbewust – de mogelijke dreiging van de gevolgen van klimaatverandering.

Een crisis is meer dan een cijferbrij

Ook de klimaatcrisis drukken we voortdurend uit in getallen. In tonnen CO2, in de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde, de stijging van de zeespiegel of het aantal hectaren regenwoud dat dagelijks wordt gekapt. Daarnaast is er een immer voortdurende reeks van steeds bijgestelde beloftes tot reductie die worden uitgedrukt in percentages ten opzichte van de getallen uit 1990. Ook de klimaatcrisis en de bestrijding ervan is verworden tot een rekenkundige goocheltruc, zeker als je denkt aan de handel in emissierechten en het feit dat we bepaalde vormen van uitstoot (bijvoorbeeld die van containerschepen of vliegtuigen) niet meerekenen omdat dat politiek ongewenst is.

Veel van die geëxtrapoleerde cijfers hebben een voorspellende waarde. En hoewel er vaak bij elke voorspelling of verwachting nadrukkelijk wordt gezegd dat het gaat om projecties, modellen en mogelijke uitkomsten, klampen velen zich vast aan de aanbevelingen en conclusies die op basis daarvan worden gedaan of getrokken. Anderen komen er juist tegen in verzet door ze te verwerpen en af te doen als onzin. Dan is dezelfde statistische voorspelling voor de een zo goed als zekerheid en voor de ander een bewust gemanipuleerde leugen.

We kunnen geen dag zonder verhalen

Meten is weten, kennis macht. Maar we hebben meer nodig dan dat. We snakken naar nieuwe grote verhalen. Verhalen die het onvoorstelbare voorstelbaar maken, verhalen die ons een wenkend perspectief tonen en ons het nodige houvast geven. Verbindende verhalen die helpen tegenstellingen te overbruggen door ons het perspectief van de ander te tonen, zodat we elkaar beter begrijpen. Eerlijke verhalen, die niet het halve maar het héle verhaal vertellen. Verhalen die het niet mooier maken dan het is.

Kom naar de masterclass op 20 maart

Cijfers zeggen iets, verhalen zeggen alles. Als je het fijne wilt weten over waarom dat zo is, schrijf je dan in voor de Logeion Masterclass “De Kracht van verhalen”, die ik op 20 maart – Wereldverteldag – in Amersfoort mag verzorgen. Dan vertel ik je alles over de kracht van verhalen en de macht die ze over ons hebben En ontvang je ook meteen een exemplaar van mijn nieuwste boek Too Good to be True.