De laatste tijd verschijnen veel nieuwe titels op het gebied van storytelling en presenteren. Ik mag ze recenseren op managementboek.nl. Het vierde boek ik daar besprak gaf ik net als de vorige drie sterren.

Succesvolle leiders zijn ware storytellers. Maar dat is ze zelden aangeboren, meestal hebben ze zich dat aangeleerd. En net als met golf, pianospelen of skiën leer je dat niet door even een workshop te volgen en er daarna op te vertrouwen dat het allemaal vanzelf gaat. In Putting Stories to Work ontvouwt Shawn Callahan een methodiek waarmee je de vaardigheid in business storytelling stap voor stap opbouwt.

Callahan is oprichter van Anecdote. Een wereldwijd storytellingnetwerk dat leiders leert echte business-verhalenvertellers te worden. In het boek neemt Callahan ons na een eerste inleidende deel mee in de opbouw van dat meesterschap in vier stappen: Discover (het ontdekken, herkennen en vormen van goede business-verhalen); Remember (het onvergetelijk maken van verhalen, en ze leren te onthouden), Share (het vertellen en hervertellen van verhalen) en Refresh (het vervangen van verhalen die niet meer ‘vers’ zijn). Het tweede deel sluit af met een hoofdstuk over oefenen om het meesterschap uit te bouwen en te onderhouden.

Volgens Callahan heeft elk goed business-verhaal een eenvoudig recept: op een specifiek moment, op een specifieke plek is er een reeks van gebeurtenissen en handelingen, die leiden tot een onverwachte uitkomst. En als dat dan ook nog een belangwekkend zakelijk inzicht oplevert, vertel je een business-verhaal. Deze ietwat dunne definitie hanteert Callahan zelf door heel het boek; het zit vol met kleine business-verhalen. Achterin is een index van al die verhalen opgenomen, zodat de lezer ze eventueel in het eigen repertoire kan opnemen.

Binnen die vier stappen heeft Callahan geprobeerd zijn uitgebreide kennis over verhalen en vertellen een plek te geven. Zo ontvouwt hij onder andere de receptuur van vier specifieke soorten verhalen: clarity stories (verhalen die verhelderen), influence stories (verhalen die beïnvloeden en overtuigen), success stories (succesverhalen) en foundation stories (ontstaansverhalen). Daarnaast behandelt hij analogieën, parabels, fabels en sprookjes, en nog veel meer andere wetenswaardigheden over de werking en het vertellen van verhalen.

Toch lijkt Callahan zelf te veel te willen vertellen. Door de overdaad aan voorbeelden en anekdotes, leest het boek wat onrustig en raakt zijn methodiek ondergesneeuwd. Het is alsof hij zelf niet goed raad weet met waar hij al zijn kennis kwijt kan. De boodschap dat storytelling belangrijk is, dat je een uitgebreid repertoire moet opbouwen, waarmee je op allerlei momenten een goed verhaal kunt vertellen, en dat je dat veel moet oefenen, komt over. Maar daarmee zet hij business storytelling vooral neer als een aan te leren techniek – een kunstje. En omdat vrijwel alle voorbeelden uit de Angelsaksische wereld komen, verliest hij langzaam maar zeker de ziel uit het vertellen van verhalen. En daar was het toch allemaal om begonnen?

Het idee van overdaad wordt in het derde deel versterkt als hij zijn methodiek van individueel niveau naar organisatieniveau brengt. Dit deel is te beknopt besproken om echt te kunnen overtuigen, en had wellicht een eigen, tweede boek verdiend om goed uitgediept te worden.

Alles bij elkaar heeft Callahan mij met twee belangrijke inzichten geïnspireerd. Verhalen vertellen is een vaardigheid die je methodisch kunt opbouwen en oefenen. En je moet zorgen voor een repertoire aan ‘verse’ verhalen die je op het juiste moment kunt vertellen. Zo word je een echte business-verhalenverteller, die keer op keer zijn publiek weet te verrassen, te inspireren en te overtuigen. Voor mensen die niet geloven in one night stands, maar liever kiezen voor de weg van geleidelijkheid, is Putting Stories to Work daarom het lezen meer dan waard.