Mijn storytellerschap is hoogstwaarschijnlijk begonnen achter een computer in Rotterdam. Na mijn afstuderen aan de HTS in Utrecht ging ik als programmeur-systeemontwerper aan de slag in het Dijkzigt Ziekenhuis in Rotterdam, het tegenwoordige Erasmus MC. Daar schreef ik het ene programma na het andere. Computerprogramma’s, wel te verstaan. Eerst in Fortran, en later in Pascal. In die dagen zat ik urenlang achter een terminal regel voor regel een script te schrijven, waarmee ik als een ware regisseur de computer precies kon laten doen wat ik wilde. Daar is mijn voorliefde voor verhalen verder ontwikkeld, en nog steeds heb ik een fascinatie voor computers en programma’s, al kan ik inmiddels geen computerprogramma meer schrijven.
Programma’s heb je in soorten en maten, en het managen van programma’s is een vak apart. Verhalen kunnen je daarmee helpen. Veel programma’s hebben tot doel verandering in gang te zetten, verhalen gaan over verandering. Altijd. De komende tijd leg ik in Zwitserland de allerlaatste hand aan mijn nieuw te verschijnen boek over de rol van verhalen bij het in gang zetten en versnellen van verandering. Weer heb ik dagenlang achter de computer gezeten, ik ben nu bijna klaar. En dat is precies op tijd, want een paar dagen nadat ik ben teruggekomen, kan ik vol aan de bak in een lokaal vol programmamanagers.
Op 6 februari 2014, van 12.00-20.30 uur, organiseren Twynstra Gudde, Phaos en Jo Bos & Co in De Fabrique – een oude mengvoederfabriek – vlakbij Utrecht de derde editie van het PGM Open. Een dag die geheel in het teken staat van het vak programmamanagement. Die dag verzorg ik daar een exposé over de kracht van storytelling bij programma’s. Ik heb drie kwartier de tijd om de toehoorders mee te nemen in de rol die verhalen spelen in het tot leven wekken en levend houden van de ware bedoeling van een programma. Ik sta strak geprogrammeerd van 15:45 tot 16:30. In het Douchelokaal. Dat dan weer wel.