Dinsdagmiddag 4 mei. Ik zit op een bankje aan de oever van het meer van Genève. Prachtige namiddag, stralend weer. Net vriendjes geworden met 4 dames van een mogelijke nieuwe klant. Ze wilden iets met storytelling, maar wisten nog niet zo goed wat. Ik heb mijn eerste ‘capabilities presentation’ verzorgd (wie is Bex*, wat is storytelling, drie cases en veel ruimte voor een goede discussie) De trip is betaald, de uren mag ik in rekening brengen, maar ik heb ze een refund beloofd als we echt met elkaar in zee gaan. Betaalde acquisitie in een pracht van een glazen gebouw met uitzicht op dat meer.

Ik vertel over onze kantoren in Amsterdam (bekend) en Eindhoven (onbekend). Maar Philips kennen ze juist weer heel goed. Aan het eind van het gesprek klinkt iets door over een corporate story, in verband met een verandertraject dat op komst is. Of we ook Engelse voorbeelden hebben van door ons geschreven verhalen. ‘Ja,’ zeg ik, en denk aan de verhalen die we voor Holland Bloemenland, Martinair en Right to Play hebben geschreven. Stom dat ik ze niet bij me heb. Ik beloof ze later toe te sturen. Dat helpt.

Stephanie, de Communication Director, heeft het laatste nummer van het blad Communication Director doorgespit. Daarin staat een goed verhaal met de klinkende titel The Sweet Smell of Brand Success. Een artikel over de mogelijke gereedschappen die je kunt inzetten om jouw merk onvergetelijk te maken.  Ook storytelling wordt hierin ruimschoots geproclameerd, flink ingefluisterd door Bex*. Ook dat helpt. De meeting is precies om half vier afgelopen, mijn gastdame Stacey is heel tevreden. Volgens haar is het zaadje geplant. Ik ben benieuwd.

Ik sta op en loop langs het meer naar het centrum van de stad. Luxe hotels, dure winkels. Naar het station om daar de trein te nemen naar het vliegveld. Even voel ik me een volleerd international businessman. Maar als ik de man voor me – strak in het pak, bepakt en bezakt met een laptopkoffer, een hoofdtelefoon met microfoon op het hoofd, een pda in de andere hand – op de roltrap druk gebarend een gesprek zie voeren, ben ik blij dat het bij Bex* allemaal nog wel meevalt. Straks nog iets eten, kijken of ze hier ook goede boeken hebben en dan snel terug met de KLM naar Amsterdam. Bij de gate staat de blauwe Embraer 190 al klaar voor vertrek. Klokslag acht uur meldt de captain zich met het verzoek voor 2 minuten stilte. De beide motoren blijven gelukkig aan.