Toen ik vijf was, wilde ik maar een ding: zanger worden van The Beatles. Mijn oudere zussen hadden al hun plaatjes en ik mocht luidkeels met ze meezingen. Van ‘She Loves You’, ‘I Want To Hold Your Hand’ en ‘Can’t Buy Me Love’ kende ik de refreinen uit mijn hoofd, en dat zou me ook met die coupletten wel gaan lukken, zodra ik wist wat ze daar precies zongen. En hoewel ik blonde krullen had en ik een pleisterbril droeg voor mijn luie oog, kon het wat mij betreft niet anders, dan dat ik binnen niet al te lange tijd op het podium zou staan en over heel de wereld met ze zou optreden. Geen moment dacht ik erover na wat er allemaal voor nodig was om dit allemaal ooit werkelijkheid te laten worden. In mijn hoofd was het immers allang zo.

Een veelvoorkomende manier om over verandering te vertellen is door bij het eind te beginnen en te schetsen hoe de wereld eruitziet als de door jou gewenste verandering is voltooid. Deze droomverhalen zijn vertellingen over een toekomst die er nu nog niet is, maar die – als we er gezamenlijk de schouders onder zetten – niet alleen voorstelbaar is maar ook binnen bereik ligt. Het zijn vergezichten over daar waar het naartoe moet, over dat wat anders moet worden dan het nu is. De meest onvergetelijke droomverhalen zijn opgehangen aan universele idealen. Denk maar aan de droom van Martin Luther King, of de droom van Jean Henri Dunant.

Ook bedrijven zetten soms zo’n droom als ideaalbeeld neer. De grenzeloze toegang tot alle mogelijke informatie van Google, de ondersteuning van ongebreidelde creativiteit van Apple of de ultieme veiligheidsbeleving van Volvo. In de droomverhalen van organisaties staat het eindbeeld centraal, als een plechtige sleutelbelofte aan de omgeving. Dan is het verhaal niet veel verder uitgewerkt dan een eenregelig statement, en wordt het handelen van de organisatie, dat in het verlengde ligt van dat statement als bewijsvoering opgevoerd. Zo wordt getracht een brug te slaan tussen werkelijkheid en gedroomde toekomst, en gesuggereerd dat de organisatie volop op weg is om die toekomst mogelijk te maken.

De blik op de toekomst van droomverhalen is een krachtige motor voor verandering. Maar ook bij deze vorm ligt het gevaar op de loer: bij een gedroomde toekomst ontbreekt het vaak aan een plan om er ook echt te komen. En zonder plan is een droomverhaal uiteindelijk niets meer dan een vrijblijvende en nietszeggende duiding van een verandering die waarschijnlijk nooit zal gaan plaatsvinden. Net als de door mij gedroomde carrière als zanger van The Beatles.

Dit artikel is een fragment uit Change the Script. Het  verscheen eerder op de site van Bex*communicatie.